In februari 2022 bezochten Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie en Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad (van regeringsleiders) samen Turkije. Hun overleg interesseerde na afloop niemand meer. Alle aandacht ging uit naar de stoelendans van de twee Europese leiders. Charles plofte pontificaal neer op de erezetel naast president Erdogan, terwijl Ursula met een zichtbare donderwolk op haar gelaat moest uitwijken naar een sofa even opzij.
Deze uitkomst spoorde geheel met de etiquette en het gebruik. De voorzitter van de Europese Raad staat immers een treetje hoger dan die van de Europese Commissie. Hij vertegenwoordigt alle Europese regeringsleiders en geldt min of meer als ‘president’ van de EU.
De voorgangers van Ursula, José Barroso en Jean-Claude Juncker, hadden daar nooit een punt van gemaakt. Ursula deed dat wel en de media vielen haar bij door alle nadruk te leggen op haar vrouw zijn. Het getuigde van onbeschofte bruutheid dat twee macho kerels een frêle vrouw op een sofa dumpten, grenzend aan een MeToo-geval. Minzaam glimlachend accepteerde Ursula de kruiperige excuses van Charles. Het leek allemaal buitengewoon kinderachtig.
Schijn bedriegt. De stoelendans bleek het startschot voor een welberaamde machtsovername. Wie heeft daarna nog iets van Charles Michel vernomen? Hij mag de Europese toppen voorzitten, maar zelfs dan merkt niemand hem meer op, heel anders dan bij zijn voorganger Donald Tusk. Ursula daarentegen slaagt erin elke week de schijnwerpers op zich te laten richten door een markante stellingname.
Twee gebeurtenissen droegen bij aan de versterking van haar aanvankelijk zwakke positie (nooit regeringsleider geweest en derde keus Europees Parlement). In de eerste plaats de corona-epidemie, waarbij zij en haar Commissie zich slagvaardig toonden. Kort daarna viel Rusland Oekraïne binnen. Over het antwoord daarop ging de NAVO, onder leiding van de Verenigde Staten, met deelname van vrijwel alle EU-lidstaten. De EU heeft geen militaire taak en daarom geen leger of wapens. Dat weerhield Ursula er niet van namens de Commissie fel van leer te trekken tegen de Russische agressie en Europese wapensteun te organiseren, naast die van de lidstaten. Geld daarvoor had ze niet, maar onlangs presenteerde zij de rekening aan de lidstaten. Nooit eerder trad een Commissie-voorzitter zo autoritair met zo veel autoriteit op, buiten haar eigenlijke domein, de interne markt.
In april 2023 bezocht zij China, samen met president Emmanuel Macron, die haar destijds had gelanceerd. Een week voor hun vertrek naar Beijing las zij president Xi Jinping duchtig de les. Zeer ongebruikelijk en zeer ondiplomatiek, op een terrein waarover ze niet gaat. In China wachtte haar daarom een ijzige ontvangst, maar ze kan goed tegen kou. Haar rede beoogde uitsluitend de Verenigde Staten te paaien vanwege de Oekraïne-oorlog. Alleen Macron nam er openlijk afstand van en die werd vervolgens door de andere regeringsleiders voor rotte vis uitgemaakt. Over het eigenmachtig optreden van Ursula kon toen niemand meer vallen en zo surfde zij naar het onbetwiste leiderschap van de EU.
De laatste maanden wordt steeds vaker gesproken over verdere inperking van het vetorecht van de lidstaten, vanwege uitbreiding van de EU. Dat zou inperking van de beslissende macht van de Europese Raad betekenen. Ursula en Charles namen daarop al een voorschot. Volgende keer mag zij naast Erdogan zitten, overeenkomstig de nieuwe verhoudingen.
Als troostprijs heeft Angela Merkel onlangs de Unesco-vredesprijs gekregen. Toch is het sinds haar aftreden eind 2021 met haar reputatie als een lawine bergafwaarts gegaan. Bij haar afscheid gold zij als het grootste staatsmens van deze (nog korte) eeuw. Zestien jaar had zij Duitsland met vaste hand geleid en daarmee de EU. Niet door een geweldige uitstraling of redenaarstalent, maar door kalm en beheerst zaken op te lossen. Gaslevering zou Rusland aan Europa binden. Die overtuiging verleidde haar ertoe akkoord te gaan met Nordstream II. Bij de proteststemmen van EU-lid Polen en ‘bondgenoot’ Oekraïne voegden zich de Verenigde Staten. De in 2020 gekozen president Joe Biden stelde zelfs onomwonden dat hij met alle middelen de in gebruikstelling zou verhinderen. Desondanks bleef Merkel halsstarrig aan haar besluit vasthouden, goed voor de relatie met Poetins Rusland, goed voor de Duitse economie. Aan die relatie met Poetin hechtte zij, sprak met hem zonder tolken en wist hem in het gareel te houden, meende ze. Enerzijds bood ze in 2014 daarom weinig tegengas bij de Russische agressie, anderzijds schaarde ze zich achter het associatieverdrag met Oekraïne en nam geen afstand van de NAVO-aspiraties van dat land. Dat stemde Poetin woedend. Historici kunnen nog jaren discussiëren over de vraag of Poetins agressie in 2022 veroorzaakt is door de uitbreiding van NAVO of dat Merkel en de NAVO hem afgehouden hebben van eerder ingrijpen.
Na de Russische aanval op Oekraïne belandde Merkels buitenlandse politiek op de schroothoop. Wat zijn haar verdere verdiensten? Zij zou in 2010 de euro hebben gered, maar toen en later waren er weinig economen die haar die eer gunden. De koers van de euro bleek uiterst stabiel. Merkels zorg ging uit naar het redden van Duitse banken op kosten van de (inderdaad frauderende) Grieken. In 2015 sprak ze de verlossende woorden tijden de vluchtelingencrisis, waardevol, maar in de jaren daarna lanceerde ze geen voorstel voor een structurele aanpak. Impulsief besloot ze de Duitse kerncentrales te sluiten. Zo lijkt haar kanselierschap achteraf bekeken niet veel meer dan het op de winkel passen met wisselende resultaten.
Dat steekt mager af bij de man die ze in haar partij opvolgde, Helmut Kohl. Ook zestien jaar bondskanselier, een man die lang als brokkenpiloot gold, maar die de hereniging van Duitsland op zijn naam schreef. Dat had hij te danken aan Gorbatsjov, maar Kohl greep die unieke kans en dat is een gave.
Hoe zit het met andere reputaties in Europees verband? Die van Jean Monnet en Robert Schuman hebben een graad van heiligheid hebben bereikt en dat maakt ze onkwetsbaar. Sicco Mansholt daarentegen, de vader van het Europees landbouwbeleid, kan op weinig bewonderaars rekenen.
Zelf werd hij de grootste criticus van het door hem jarenlang gevoerde beleid, een unicum bij staatslieden. Charles de Gaulle en Konrad Adenauer worden in hun eigen land nog op handen gedragen, maar daarbuiten? Jacques Delors, de voorzitter van de Europese Commissie (1985-1995) die na dertig jaar de EU eindelijk tot een echte unie wist te smeden, lijkt al bijna vergeten. Hij voerde de vier absolute vrijheden in, van goederen, personen, kapitaal en diensten. Die van goederen is nog onomstreden, die van personen ontmoet veel kritiek. Delors kon onmogelijk rekening houden met de oostwaartse uitbreiding van de EU, die een gigantische migratiestroom in gang zette en als gevolg daarvan de Brexit. Met vluchtelingen of Schengen, het VK viel buiten de Schengenzone, had dat niets te maken. Aan de vrijheid van kapitaal bleken ook al vele nadelen te kleven, door het stimuleren van belastingontduiking en witwassen. Welke Europese reputatie blijft wel staan?
De president van Oekraïne, Volodymyr Zelensky, werd als held, of als stervoetballer zal de cynicus zeggen, ontvangen in het Europees Parlement op 9 februari 2023. Het ging om een uniek gebeuren met een propvolle plenaire zaal en uitpuilende publieke tribunes. Parlementsleden en belangstellenden klapten hun handen stuk, een orgie van bijval. Een in het Europees Parlement nooit eerder vertoond enthousiasme, ook niet bij de ratificatie van het Verdrag van Maastricht in 1993. Een begrijpelijk enthousiasme, er is alle reden Zelensky een hart onder de riem te steken. Zijn oorlog is onze oorlog. Althans die boodschap wilde het Europees Parlement uitdragen en zichzelf profileren als belangrijke speler. Maar is dat ook zo? Punt is dat het Europees Parlement niets te vertellen heeft over het buitenlandsbeleid, dat is geheel een zaak van de (gezamenlijke) lidstaten. Raar, maar waar. Daarbij kan de cynicus nog opmerken dat dit uitzinnige gejuich, zo contrasterend met de ellende in loopgraven en kapotgeschoten steden, doet denken aan de uitbarsting van vreugde in het Franse en Duitse parlement na de oorlogsverklaring in 1914.
Waarom sloofde Zelensky zich uit voor een parlement zonder reële invloed op zijn zaak? Hij wil feiten scheppen en een enthousiast parlement is daarbij een geducht pressiemiddel. De Europese Commissie was al eerder om, die heeft Oekraïne een lidmaatschap op termijn toegezegd. De lidstaten, die er officieel over gaan, zijn in meerderheid terughoudend, maar voor het eerst in de geschiedenis van de EU is het niet uitgesloten dat de lidstaten moeten buigen voor de pressie van Commissie en Parlement, die de brutaliteit hebben opgebracht voor hun beurt te spreken.
Nederlandse reactie
Op 15 maart zijn er in Nederland verkiezingen. De partijprogramma’s staan vast bol met solidariteitsverklaringen over Oekraïne, het land dat voor onze waarden vecht? Nee, domkop, het betreft de Provinciale Staten (en de Waterschappen) en niet onbelangrijk de Eerste Kamer. Al of niet vanwege dat laatste melden alle partijprogramma’s toch iets over de EU. Waarschijnlijk juichen ze allemaal de toetreding van Oekraïne van harte toe? Nou nee, Oekraïne ontbreekt in elk partijprogramma. Spreken is zilver, zwijgen is goud. D66 en GroenLinks zijn de uitgesproken pro-EU-partijen. Zij willen meer bevoegdheden voor het Europees Parlement en andere Europese instellingen en zijn voor toelating van landen die aan de criteria voldoen. Dus ook voor toelating van Oekraïne, kun je concluderen. De PVV van Geert Wilders is ook duidelijk, zo snel mogelijk een Nexit, om de grenzen dicht te kunnen gooien. De andere partijen spreken met meel in hun mond. De VVD herkauwt oude standpunten, geen integratie, maar samenwerking, geen geld naar andere lidstaten van de EU, terughoudend met uitbreiding. Het CDA, eens de motor van Europese integratie, volgt de VVD op de voet. De waarschijnlijke winnaar van de verkiezingen, de BBB, wil nog net geen Nexit (zou zeer schadelijk zijn voor de boeren), maar wel de EU flink afknijpen en zeker geen uitbreiding.
Kortom, sterk tegenstrijdig met de ontwikkelingen op Europees niveau. Dat kan nog tot een flinke botsing leiden. Het vliegwiel voor toetreding van Oekraïne is in beweging gezet en het is onwaarschijnlijk dat dit nog te stoppen valt als Oekraïne zijn onafhankelijkheid weet te behouden. Op dat laatste kunnen we alleen maar hopen, wat ook de gevolgen zijn voor de cohesie binnen de EU.
De jeugd heeft het zwaar gehad in de coronajaren. Bijna alle feesten werden afgelast en het onderwijs kreeg vele maanden een wel erg afstandelijk karakter. Nooit eerder werd de school zo erg gemist. Die sombere jaren lieten hun sporen na op het psychische welbevinden van de jeugd. Depressieve klachten namen onrustbarend toe.
Daarom promoveerde de Europese Commissie, met vrijwel unanieme steun van het Europees Parlement, het jaar 2022 tot ‘Het jaar van de jeugd’. In hoog tempo werd een groot aantal aansprekende evenementen uit de grond gestampt, met als doel de jeugd een duidelijke stem te geven. De lange termijn werd niet uit het oog verloren door het populaire onderwijsprogramma Erasmus+ een extra impuls te geven. De uitwisseling van scholieren en studenten had bijna twee jaar stil gelegen, maar kon nu weer de vleugels uitslaan, door velen gezien als het hoogtepunt van de studie. Zo werd 2022 eindelijk weer een ‘grenzeloos’ jaar, rijk aan internationale contacten. De internationale muziekfestivals, met tienduizenden deelnemers uit tientallen landen droegen daar hun steentje aan bij. De jeugd kon weer uit het dak gaan, zoals het hoort, maar grotendeels zonder incidenten.
Is nu weer sprake van een vrolijke, immer optimistische jeugd die de toekomst vol vertrouwen tegemoet ziet?
Helaas niet, want ook in een ander opzicht werd 2022 een grenzeloos jaar. Opnieuw kwamen donkere wolken uit het oosten aandrijven, van een voor jongeren heel nieuw soort. Alleen tachtigplussers hebben een nog enigszins actieve herinnering aan een klassieke oorlog dicht bij huis. Maar jongeren merken daar toch niks van? Lowlands en Sziget (festival bij Boedapest) gingen door zonder een centje pijn en daarbij was heel positief dat steeds meer jongeren de trein nemen vanwege het klimaat, echt grandioos. Inderdaad, buiten het oorlogsgebied is niemand constant bezig met de bommen en granaten en vooral de duizenden doden die in Oekraïne vallen. Maar het knaagt wel, ook bij de jeugd, misschien wel speciaal bij de jeugd. Vanzelfsprekend valt het lot van jongeren buiten het oorlogsgebied niet te vergelijken met de angst en het lijden in het oorlogsgebied, dat behoeft geen toelichting.
Maar dat de jeugd ook hier de druk van de oorlog voelt, is zonneklaar. De inflatie, als gevolg van de oorlog, raakt bijna iedereen. Grote groepen die het redelijk voor elkaar leken te hebben, moeten zich inspannen om nog rond te komen. Korter douchen of de eigen kamer niet meer verwarmen lijken geringe offers, zijn geringe offers, maar ook tegenvallers.
Het ergst is vrijwel zeker het toenemend gevoel van onveiligheid. Vladimir Poetin (70) dreigt regelmatig met kernwapens, Joe Biden (79) sluit een Armageddon* niet uit. De ‘deskundigen’ spreken elkaar tegen en dat stelt niet gerust. Maarten van Rossem (79) zaait doodsangst door een kernoorlog uit te sluiten, dezelfde deskundige die de dag voor de Russische aanval op Oekraïne zo’n aanval uitsloot. In de jaren zestig van de vorige eeuw ging een hele generatie gebukt onder het doemscenario van een kernoorlog. Sommigen zagen om die reden zelfs bewust af van nageslacht. Die vrees voor het onvoorstelbare rukt opnieuw op. Het gaat om een hoogst onaangename erfenis en tot voor kort hield iedereen het voor onmogelijk dat de huidige jeugd daarmee nog eens opgezadeld zou worden.
* Vernietiging van de hele wereldbevolking, ontleend aan de bijbel.
4 mei ligt weer achter ons, waarbij de nodige woorden aan Oekraïne zijn gewijd. De waanzin van een onmenselijk wrede oorlog teistert Europa voor de zoveelste keer. De vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen, doet niet meer ter zake. Mogelijk was de uitbreiding van de NAVO na 1990 niet zo’n slim idee, mogelijk had Oekraïne er al lang deel van moeten uitmaken. Stof waarmee historici nog jaren uit de voeten kunnen, als ze die tijd wordt gegund.
Het is de tweede slachtpartij in Europa nadat in 1990 de eeuwige vrede werd beloofd. De Joegoslavische ontbindingsoorlog, al heel kort hierna, eiste een tol van minimaal 150.000 doden, terwijl Europa lijdzaam toekeek.
Anders dan toen gaat het nu om de tweede militaire macht ter wereld, met kernwapens en raketten voor alle afstanden. De laatste jaren werd een klimaatramp als grootste gevaar gezien, maar nu blijkt tot onze verbijstering het nucleaire gevaar van urgentere aard. Een bijna onmogelijk onderwerp voor in de klas vanwege vele onbekende factoren en de onvoorstelbare gevolgen.
De vele nieuwsduiders weten er geen raad mee. Niet de minsten laten hun licht schijnen op deze moorddadige oorlog, maar verder dan het kan vriezen of het kan dooien, komen zij zelden, omdat ook zij de gave missen in het hoofd van Poetin te kijken.
Zo stelde een militair deskundige op 1 mei in Buitenhof: ‘Ik zie Oekraïne nog wel winnen’.
Een scholier zal dan doorvragen: ‘Hoe dan en wat daarna?’, maar Twan Huys deed dat niet. Tijdens de Koude Oorlog gold als axioma dat een conventionele oorlog tussen grootmachten altijd zal uitlopen op een kernoorlog, omdat de verliezende partij daarop zal teruggrijpen. Dat klinkt nog steeds redelijk overtuigend. Of zal Poetin zich met de handen omhoog bij de poort van het Kremlin melden? Ook berechting van oorlogsmisdaden vormt een dankbaar onderwerp bij praatprogramma’s, een voortreffelijk streven, maar vooralsnog ver verwijderd van de realiteit.
De verbijstering over de onmenselijkheid en het verwrongen wereldbeeld van Poetin en zijn volgelingen lijkt naïef. Twee diametraal tegengestelde waarheden zijn immers eerder regel dan uitzondering. De Nazi’ s blijven het meest sprekende voorbeeld hiervan, maar ook de dekolonisatieoorlogen werden zo bloedig door het achteraf gezien verwrongen wereldbeeld van Fransen en Nederlanders.
Sancties
Sancties vormen een dankbaar onderwerp voor praatprogramma’s, maar de vraag of ze werken komt maar mondjesmaat aan bod. Landen als Noord-Korea en Iran buigen er niet voor. Rusland heeft het buitenland minder nodig en wereldwijd zijn de sancties dit keer niet. Vrijwel heel Azië houdt zich afzijdig, mede uit wrok over de Amerikaanse inval in Irak in 2003 en de puinhopen erna, met rondom 1 miljoen doden. Sancties zijn een onvermijdelijke stap om te tonen dat je iets doet, maar dwingen geen tegenstander op de knieën.
‘Na een boycot van olie en gas is Poetin snel door zijn geld heen’, betoogt een hooggeleerde heer, zonder één voorbeeld te geven van een oorlog die is gestopt uit geldgebrek. Zelfs het straatarme Jemen ziet nog kans een oorlog jarenlang vol te houden. Het is zelfs niet uitgesloten dat sancties en Russische represailles de EU meer afbreuk gaan doen dan omgekeerd, waardoor de grootscheepse wapenhulp aan Oekraïne in gevaar kan komen. Nu nog worden havenarbeiders die weigeren Russische olie te lossen, toegejuicht. Maar zal dat zo blijven als pompstations droog vallen?
Men kan hopen op een omwenteling in Rusland of op een diplomatiek akkoord, maar vooralsnog lijkt dat wensdenken. Het nauwelijks te bevatten even heldhaftige als hardnekkige verzet van de Oekraïners, zonder precedent, met een gruwelijke prijs voor de bevolking, moet worden beloond. Maar of dat wensdenken is, blijft voorlopig onbekend.
De huidige Europese Unie was vroeger berucht om het protectionisme. Men had de mond vol over ontwikkelingssamenwerking, maar als puntje bij paaltje kwam, wogen de belangen van Europese boeren zwaarder. Zo werd rietsuiker door hoge invoerrechten zo veel mogelijk buiten de deur gehouden. Dat is grotendeels verleden tijd.
Indonesië, met bijna 300 miljoen inwoners, spant zich in om de welvaart op te krikken. Daarvoor is export naar westerse landen noodzakelijk om geld in het laatje te brengen. Palmolie is momenteel het belangrijkste exportproduct. Zoals de naam al zegt, wordt die gewonnen uit de vruchten van de oliepalm, met tal van mogelijkheden van frituurvet tot zeep. De oorzaak van de groeiende vraag is vooral de toepassing als biodiesel en als bijmenging in benzine. Dat gold als fantastisch duurzaam. Auto’s in de Europese Unie rijden momenteel voor een (klein) deel op palmolie. De boeren in de EU zijn daar minder blij mee. Ook zij verbouwen oliehoudende gewassen als koolzaad en zonnebloemen. Palmolie is echter stukken goedkoper, omdat de opbrengst per hectare het zevenvoudige bedraagt.
Indonesië wil de aanplant flink uitbreiden, vooral op het nog vrij dun bevolkte Kalimantan. Grote stukken bos worden daarvoor afgebrand, met tijdelijk enorme luchtvervuiling. De daarna aangelegde plantages vormen een nieuw soort bos, als men de opkomende plantengroei onder de palmen zijn gang laat gaan. Bij goed gebruik (helaas lang niet altijd het geval) is de oliepalm een fantastisch gewas dat de bodem niet uitput en CO² opvangt.
In plaats van de economie daar te stimuleren, wil de EU de import beperken. De machtige boerenlobby ijvert daar al jaren voor. Doorgaans zijn boeren en milieuactivisten geen vrienden, maar op dit punt vallen ze elkaar in de armen. De oliepalm, zo voeren ze aan, vormt een aanslag op het onmisbare tropisch regenwoud. Daar zit best wat in, maar toch ontbreekt de logica. De westerse landen stoten de meeste CO² uit, hebben nauwelijks duurzame landbouw en weinig bos. Desondanks eisen ze van ontwikkelingslanden dat die hun bossen ongerept laten. Gratis, als het om een vergoeding daarvoor aankomt, gaat de hand op de knip. Vanwege snelle bevolkingsgroei en de buitensporige bevolkingsdichtheid van Java (drie maal die van Nederland), getuigt dat niet van redelijkheid. De oliepalm biedt de minst slechte oplossing. Vanwege de hoge opbrengst en omdat er een soort bos blijft. Duurzamer dan de akkerbouw in de EU en dan andere vormen van tropische akkerbouw. Daarnaast gaat het om betrekkelijk weinig land. Momenteel nemen oliepalmen in heel Indonesië 4 miljoen hectare in beslag, exact dezelfde oppervlakte als Nederland. Het Indonesische deel van Kalimantan is meer dan twaalfmaal zo groot.
Het sparen van het regenwoud doet het goed in de Europese publieke opinie. Met als extra, bijzonder aansprekend, argument dat de grootste mensaap op aarde, de Orang-Oetan, met uitsterven wordt bedreigd, met Kalimantan als belangrijkste leefgebied. Een serieus probleem, maar de oliepalm is niet de voornaamste oorzaak daarvan. In de praktijk valt het voortbestaan van ‘groot wild’ alleen te garanderen in uitgestrekte, goed beschermde, natuurreservaten.
De oliepalm is essentieel voor de economie van Indonesië en de EU kan de olie goed gebruiken als duurzame grondstof. Europese boeren kunnen beter overstappen op voedselgewassen. Een verbod op palmolie is ouderwets protectionisme met het milieu als goedkope smoes. De EU onwaardig.
Recente reacties